Verbonden partijen

Rechtsvorm

Gemeenschappelijke regeling

Vestigingsplaats

Arnhem

Verantwoordelijke portefeuille

R. Barber

Functie(s) betrokken bestuurder(s)

Lid algemeen bestuur

Deelnemers

18 gemeenten

Openbaar en gemeentelijk belang

De vervoersorganisatie heeft tot doel de gezamenlijke sturing en (financiële) beheersing van uitvoeringstaken en uitvoering van ondersteunende processen op het gebied van doelgroepenvervoer en aanvullend vervoer voor de deelnemers.
De sturing en (financiële) beheersing van uitvoeringstaken en uitvoering van ondersteunende processen op het gebied van doelgroepenvervoer en aanvullend vervoer worden overgedragen aan de vervoersorganisatie.

Visie

De BVO DRAN is een gemeenschappelijke regeling van de 18 gemeenten in de regio Arnhem en Nijmegen. De BVO DRAN koopt voor de gemeenten het doelgroepenvervoer in (Wmo-, leerlingen-, dagbestedings- en Jeugdwetvervoer) en ziet toe op de uitvoering ervan.

Beleidsvoornemens

De achttien gemeenten in de regio Arnhem-Nijmegen en de provincie Gelderland werken samen aan het regionale doelgroepenvervoer. Doelgroepenvervoer is vervoer voor inwoners die geen of niet altijd gebruik kunnen maken van regulier openbaar vervoer. De samenwerkende gemeenten hebben hiervoor de Vervoersorganisatie Regio Arnhem Nijmegen opgericht.
De vervoersorganisatie brengt de belangen van de gemeenten samen op het gebied van aanvullend vervoer. Samen werken de gemeenten aan het tot stand brengen, ontwikkelen en in stand houden van een kwalitatief hoogwaardig, herkenbaar, efficiënt en eenvoudig te gebruiken vervoersysteem. Dit vervoer rijdt per 1 september 2016 onder de naam Avan.

Toelichting

De cijfers zijn afkomstig uit de MJPB 2024-2027 van het BVO DRAN en de Jaarrekening 2022.

Ontwikkelingen

Loonontwikkeling en krapte op de arbeidsmarkt
Net als in veel sectoren is ook in de vervoerssector momenteel sprake van krapte op de arbeidsmarkt. Anders gezegd: het is onder andere – ten gevolge van vergrijzing – steeds moeilijker om voldoende chauffeurs te vinden om te blijven voldoen aan een steeds grotere vraag naar vervoersaanbod (daar is juist sprake van volumegroei t.g.v. vergrijzing). De krapte op de arbeidsmarkt doet tevens iets met de loonontwikkeling. De BVO DRAN en de deelnemende gemeenten houden deze ontwikkelingen nauwlettend in de gaten en zullen de komende tijd waar nodig en waar mogelijk bijsturen.

Brandstof/energieontwikkeling
De stijging van brandstofprijzen  heeft gezorgd voor forse stijgingen in de kosten in het doelgroepenvervoer. Er wordt rekening gehouden met blijvend hoge brandstofprijzen.  Brandstofprijzen zijn altijd een onzekerheidsfactor geweest en hebben altijd geschommeld, vaak ten gevolge van geopolitieke ontwikkelingen waar wij op nationaal (laat staan lokaal) niveau geen invloed hebben. Zo zijn de (lange termijn-) effecten van de  oorlog in Oekraïne en het opstuwende effect daarvan op de brandstofprijzen lastig  inzichtelijk te krijgen. Het college zet wel in op een uitbreiding van de vrijwillige vervoersdiensten in onze gemeente, conform de uitgangspunten van het Koersdocument Sociaal Domein dat de raad begin 2021 heeft vastgesteld. We hopen daarmee de stijging van de vervoerskosten zoveel mogelijk te beperken.

Lokale uitdaging t.a.v. zero-emissie infrastructuur
De hoge  brandstofprijzen vormen een aanvullende prikkel om zo snel mogelijk te komen tot een duurzamer vervoer: de terugverdientijd van een investering in elektrisch vervoer kan  hierdoor  omlaag gaan, maar dit is ook (mede) afhankelijk van de stroomprijs. Het Algemeen Bestuur van de BVO DRAN heeft besloten dat uiterlijk 1 januari 2028 sprake moet zijn van volledig zero emissie doelgroepenvervoer, en voor het vraagafhankelijk vervoer zelfs per 1 januari 2027. Dit vergt echter een inspanning van de deelnemende gemeente als het gaat om de laadpalen infrastructuur. Dit doen wij in samenspraak met de vervoerders, om zo samen te bepalen waar het gewenst is om nog nieuwe laadpalen toe te voegen met het oog op doelgroepenvervoer.

Risico's

De inrichting van het vervoer is gebaseerd op een "open einde" systematiek. Dit betekent dat de kosten oplopen wanneer een gemeente meer inbrengt of dat er in een periode meer ritten hebben plaatsgevonden dan begroot. Dit brengt een financieel risico met zich mee. Zodoende moet er periodiek inzicht zijn in het volume van het aantal ritten en moeten de gevolgen van verwachte toenames van ritten tijdig worden gecommuniceerd met de gemeente. Op dit moment is het  niet goed mogelijk om aan het risico al een concreet bedrag te koppelen.